Strepentrekker

1920
enkel voorwiel

aantal exemplaren en bouwperiode onbekend, NL

Informatie

De fabrieksaardappel (zetmeel) besloeg in de jaren ’20 ongeveer 25 à 30% van de totale oppervlakte cultuurgrond. Het overige bouwland werd bebouwd met rogge, haver en een enkel perceel met tarwe.
Suikerbieten werden weinig verbouwd omdat dit zeer arbeidsintensief was en het werk allemaal met de hand moest gebeuren. Er waren niet altijd voldoende mensen te krijgen.

De strepentrekker (paardenwerktuig) was een werktuig dat werd gebruikt na het pootklaar maken van de grond, meestal een graanstoppel.
Strepentrekken gebeurt vaak in de tweede helft van maart.

De klossen of geulentrekkers die in het werktuig gemonteerd zijn, zijn onderling verstelbaar (tussen 45 en 55 cm). De machine werd gebruikt om strepen overdwars over de akker te trekken. Steeds werd de binnenste trekker door de voorgaande geul geleid.
Het was een erg secuur werk om op het eind goed uit te komen.
De percelen waren vaak 130 meter lang of, als er geen sloot tussen zat, het dubbele. De breedte was 70 à 75 cm.

Restauratie

De Jan Drenthe Collectie heeft een gaaf exemplaar van hout. Deze machine is vroeger van A. Hadders & Zn te Valthermond geweest.
Er moeten nog een paar kleine restauraties aan de machine plaatsvinden (o.a. handvatten).
Verworven in 1985.